De belastingaangifte 2017
Wat zijn de gevolgen als je € 100.000 op je spaarrekening had staan?
Vanaf maart kunnen wij weer aan de slag met de jaarlijkse aangifte voor de inkomstenbelasting. Met een belangrijke aanpassing. De heffing op spaargeld en beleggingen in box 3 is drastisch gewijzigd.
Op de vermogensrendementsheffing was jarenlang forse kritiek. Tot eind 2016 ging de fiscus ervan uit dat belastingplichtigen een (fictief) rendement van 4% haalden op hun vermogen, waarover 30% inkomstenbelasting (IB) werd geheven. De effectieve heffing op spaargeld en beleggingen kwam daarmee op 1,2%.
De spaarrente voor vrij opneembare rekeningen zit echter al geruime tijd ver onder het veronderstelde rendement van 4%. Daarom heeft het kabinet-Rutte II eindelijk besloten om aan deze onredelijke heffing te corrigeren en de vermogensrendementsheffing aan te passen.
Nieuwe heffing in box 3
Wat houdt het nieuwe stelsel in? Naarmate het vermogen groter is, gaat de wetgever uit van een hoger verondersteld rendement. Haar gedachte daarachter is dat rijkere belastingbetalers meer beleggen en daarmee hogere rendementen behalen. Een gedegen onderzoek of wetenschappelijke onderbouwing van deze veronderstelling ontbreekt. Bovendien kan een belegging ook wel eens qua rendement negatief uitpakken! Het besluit is genomen en wij zullen het ermee moeten doen. Het is echter niet anders. Voor de belastingbetaler met een relatief laag vermogen gaat de belastingheffing juist omlaag. Er is een vrijstelling van € 25.000 per persoon. Bezit je tussen de €25.000 en €100.000, dan betaal je effectief 0,87 % aan IB in box 3. Tussen de €100.000 en €1.000.000 is de effectieve heffing 1,41 %. Daarboven wordt de heffing 1,65 %.
Wat zijn nu de gevolgen?
Spaarrente extreem laag
De hoogste variabele spaarrente was afgelopen jaar gemiddeld 0,54 %. Dus men ziet direct dat dit een nadelig gevolg heeft, want de feitelijke belasting van 0,87% die een spaarder moet betalen tot één ton, ligt hoger dan deze variabele spaarrente die wordt ontvangen.
Stel, je hebt € 100.000 op de bank staan en je ontvangt 0,54% rente op jaarbasis is dat € 540 euro. Over € 75.000 (dus minus de vrijstelling) betaal je 0,87 % aan IB, wat neerkomt op € 652,50. Het verschil tussen de ontvangen rente en de verschuldigde belasting is € 112,50 in de min. Dus het is interen op je vermogen.
Inflatie hoger in 2017
Naast de rente is er nog een factor die bepaalt of de nieuwe opzet van de vermogensheffing gunstiger uitpakt. Volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek was de inflatie over 2016 gemiddeld genomen 0,3% is die in 2017 gestegen naar 1,4%. Dus de inflatie is meer dan één procentpunt toegenomen.
Terug naar de rekensom in ons voorbeeld. De € 100.000 staat op de bank, die om gelijk te blijven in koopkracht, tenminste deze 1,4% moet opbrengen. Dat is bedrag is €1.400. Echter, na aftrek de belasting zit de spaarder al op een negatief rendement van €112,50. Inclusief de €1.400 aan ‘inflatie’ is het reële rendement €1.512,50 negatief. Procentueel gezien komt dat neer op een min van ongeveer 1,5%.
Ja zegt u, als ik mijn vermogen langer vastzet op de spaarrekening krijg ik een hogere rente! Dat is waar en wordt de schade minder groot, maar u kunt dan ook niet direct over uw vermogen beschikken. Het is bijna onmogelijk om een positief reëel rendement te behalen. Bovendien kunnen de nu gehanteerde percentages in box 3 in de loop der tijd alweer door de wetgever zijn aangepast.
Alternatieven?
Vaak wordt gezegd dat je dan maar moet beleggen op de effectenbeurs. Aandelen is het toverwoord. Heel veel beurzen staan aan de top en door dit massaal handelen creëren wij daarmee niet de mogelijke nieuwe bubbel?
Wij zijn fiscaal specialisten en zijn graag behulpzaam met het verstrekken van adviezen.
HILBRINK ADVIESGROEP BV
Pim Hilbrink