Ook één opdrachtgever voldoende voor IB-ondernemerschap
Ook één opdrachtgever voldoende voor IB-ondernemerschap
Loopt een ondernemer voldoende risico en is hij verantwoordelijk voor eventuele schade dan is hij ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB) ondanks het feit dat hij maar één opdrachtgever heeft en bijna geen investeringen heeft gedaan. Hij geniet dan dus winst uit onderneming.
Om iemand als ondernemer in fiscale zin aan te merken moet er volgens de wet aan een aantal vereisten worden voldaan:
- Er wordt voor eigen rekening een onderneming gedreven.
- Hij is rechtstreeks verbonden voor verbintenissen die hij aangaat.
- Er wordt deelgenomen aan het economisch verkeer.
Voor de bepaling of er sprake is van winst uit onderneming en er gebruikt kan worden gemaakt van de fiscale aftrekfaciliteiten, zoals bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek, investeringsaftrek en de FOR, dan wordt gekeken naar de omstandigheden waaronder de ondernemer zijn werk verricht. Zo kan het aantal opdrachtgevers ertoe leiden dat de conclusie kan worden getrokken dat iemand IB-ondernemer is.
Maar één opdrachtgever
Wij kwamen de navolgende zaak tegen. Het ging om een man die als draaier en topper in de paprikateelt werkte voor €13 - €18 per uur. Deze werkzaamheden zijn erg specialistisch. De investeringen in zijn onderneming waren minimaal en hij had ook geen arbeidsongeschiktheidsverzekering noch een WAB-verzekering afgesloten. Er was geen website en hij maakte geen reclame. De inspecteur vond dat deze omstandigheden alsmede het feit dat hij in het betreffende jaar maar één opdrachtgever had genoeg reden om te concluderen dat zijn inkomsten gezien moesten worden als resultaat uit overige werkzaamheden. Weg fiscale emolumenten voor ondernemers.
Man liep ondernemersrisico
De man was het hier niet mee eens want hij was aansprakelijk voor schade, bepaalde zelf zijn uren en liep risico want hij had geen zekere inkomsten. Het Hof vond in tegenstelling tot de rechtbank dat de man ondernemer voor de IB was. De rechtbank gaf in de uitspraak onder ander aan dat één opdrachtgever niet voldoende was om als IB-ondernemer te worden gezien. Het Hof gaf aan dat de man ondernemersrisico liep omdat hij verantwoordelijk was voor ontstane schade, hij tarieven met de opdrachtgevers overeenkwam en risico liep met het tijdsbeslag. Daarbij vond de rechter dat een zelfstandig beroep ook kan worden uitgeoefend zonder investeringen in activa. Zij oordeelde dat hij al het noodzakelijke gereedschap en hulpmiddelen had aangeschaft om zijn werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten. Ook de reden van “een opdrachtgever” werd van tafel geveegd. De man genoot dus winst uit onderneming.
Hof Den Haag, 8 mei 2018, ECLI (verkort): 1184